Page 5 - Bovenste & Onderste Molen
P. 5
Op ruim een half uur afstand en ten Z.O. der stad Venloo,


strekt zich een zandig en heuvelig terrein uit, dat overigens de

geheele Limburgsche Oostgrens tusschen Pruissen en


Nederland vormt.



Op een gedeelte van dit terrein, boven den onderste

houtmolen, ging men het eerste ontginningswerk toepassen en


herschiep men in korten tijd de dorre heide in een vruchtbaar


landbouw, weshalve men dit het Vruchtendal noemde. Een

Venloosch burger, eigenaar van dit terrein, wilde aldaar eene


woning bouwen. De noodige materialen, tot het opbouwen

van het huis onmisbaar, waren reeds aangevoerd en men


begon met het graven van een waterput.


Toen men op de noodige diepte was gekomen en men het


eerste water vond, ging men in een nabij gelegen huis een


glas halen om het water te proeven. Plotseling schiet de

omringende grond der kuil in, en bedolf een man die er


jammerlijk den dood in vond. Drie dagen lang heeft men

gegraven, alvorens het lijk te vinden. Terzelfder plaatse ziet


men heden nog een diepe kuil, die den naam draagt van

Ingevallen Put. Later heeft men de woning een eind van de


plaats des onheils en wel op de helling des bergs gebouwd en

noemde toen deze plaats niet meer Vruchtendal , maar


‘Jaomerdal’.



Uit: De Maasgouw, 1880 /nr. 2 ‘Jaomerdal’



-04- -05-
   1   2   3   4   5   6   7   8   9   10