Page 5 - Gashuùzer
P. 5
Algemeen:



Een gasthuis was vanaf de Middeleeuwen een instelling waar


zieken en ouderen verpleegd en verzorgd konden worden.

Aanvankelijk werden gasthuizen gebouwd door de kerk,


bijvoorbeeld bij kloosters (Kloostergasthuis). Zij deden dit

vooral voor het zielenheil van de patiënt, niet zo zeer om deze


te genezen.

Een middeleeuws gasthuis bestond vaak uit een lange zaal die


uitkwam op de kapel. Soms stond er in deze zaal ook een

preekstoel. De bedden, vaak gemaakt van veren of stro,


stonden langs de kant en konden door middel van gordijnen

afgeschermd worden. Patiënten werden bij opname eerst


gewassen. De voeding was goed en bestond uit tweemaal

per dag een warme maaltijd met vis/vlees en groente of fruit.



In de renaissance werden veel (klooster)gasthuizen Reconstructie van een ziekenzaal in een middeleeuws gasthuis


opgeheven of overgenomen door de burgerij.

Een renaissance gasthuis bestond uit meerdere afdelingen:

een verbandzaal voor de chirurgijn, een ziekenzaal voor de


dokter, een zaal voor kraamvrouwen en een zaal voor

besmettelijke ziekten. Een stad had soms meerdere gasthuizen.


Er werd hierbij onderscheid gemaakt tussen Binnengasthuizen

en Buitengasthuizen. De laatste lagen dan buiten de stadspoort


en waren vooral bestemd voor geesteszieken en besmettelijke

ziekten, zoals de pest.





-04- -05-
   1   2   3   4   5   6   7   8   9   10