Page 10 - Ons Buiten
P. 10

Uit een oud tijdschrift:
                                                                                                                                1938                           “Er zijn een hoeveelheid en een verscheidenheid van speeltuigen zóo



                                                                                                                                                               uitgebreid, als niemand mogelijk acht. Ge vindt er b.v. ‘n zweefcarroussel,

                                                                                                                                                               die door twee sporters in beweging gefietst kan worden. Er is een
                                                                                                                                                               rodelbaan met bobsleetjes, die door middel van wieletjes in kogellagers

                                                                                                                                                               een vervaarlijke snelheid kunnen ontwikkelen. Een “hemelsuis” voert u

                                                                                                                                                               van uit een merkwaardige uitkijktoren door de lucht over een groot deel
                                                                                                                                                               van het terrein. Dan is er de ringgracht met een hoogst interessant bootje

                                                                                                                                                               met een schroef, die door zes paar handen aan vier handles in beweging

                                                                                                                                                               wordt gebracht. Tusschen die speelwerktuigen zijn een paar dozijn hutjes

                                                                                                                                                               gebouwd. Rondom, en tusschen dit alles staan bloemen, rozen,
                                                                                     Paardrijden
                                                                                                                                                               sierheesters, acacia’s, berke- en eikestruiken, dennen en eikeboomen.”

                                                                                                                                                               “Deze speeltuin vóór de jeugd is voor een niet gering deel tot stand

                                                                                                                                                               gekomen dóór de jeugd zelf. Het waren de jongens van het toenmalige

                                                                                                                                                               patronaat St.Martinus, die de eerste opbouwende werkzaamheden voor
                                                                                                                                                               een groot deel zelf hebben verricht. Ze groeven de eerste helft van een

                                                                                                                                                               ringgracht, meer dan 250 m. Lang, gemiddeld 7 meter breed en 2 meter

                                                                                                                                                               diep. Ze metselden slotpoorten, grotten en zelfs ruïnen en maakten paden
                                                                                                                                                               en afrasteringen. Het noodige toezicht wordt uitgevoerd door rustende

                                                                                                                                                               oudjes, meest gepensionneerden van het spoor. Zij namen deze

                                                                                                                                                               opofferende taak op zich uit liefde voor de goede zaak als een

                                                                                                                                                               leekenapostelaat. “































    -10-                                                Wiebelbrug / Waterbrug                                                                                                                                                                                                  -11-
   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15