Page 7 - Watersnood 1926 in Blerick en Venlo
P. 7

Inleiding






 Op 15 december 1925 begon één van de meest catastrofale

 perioden uit onze klimatologische geschiedenis. De uiterst


 overvloedige regen sinds 19 december van dat jaar in

 combinatie met het smeltwater, zorgden voor uitzonderlijke


 waterstanden van de Maas, Rijn en Waal met haar zijrivieren.

 Limburg, Gelderland en Brabant behoorden tot de zwaarst


 getroffen gebieden.

 Het landelijk gemiddelde aan neerslag in de laatste 10 dagen

 van december 1925 bedroeg 87 mm. En is daarmee nog steeds


 koploper. Sedert 1799 was de stand van de Maas niet meer zo

 hoog geweest.



 Dit alles resulteerde in de catastrofale overstromingsramp van


 begin 1926, niet alleen in Nederland maar ook in de

 aangrenzende landen.


 In januari 1926 stond het water extreem hoog in de grote

 rivieren. In de ochtend van 31 december 1925 brak de dijk


 van de Maas bij Overasselt en Nederasselt. Grote delen van

 het rivierengebied kwamen hierdoor begin januari 1926 onder


 water te staan. 3000 Huizen werden beschadigd of verwoest.

 De schade bedroeg 10 miljoen gulden. Het was de laatste grote


 watersnoodramp in het Rivierengebied.


 In kranten uit januari 1926 wordt uitgebreid verslag gedaan.

        Else-Suzanne Mulder-Noordermeer

 -06-                                                                                                                              -07-
   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12