Page 18 - Gashuùzer
P. 18
Zieken werden thuis verpleegd en door de geneesheren
behandeld. Voor de armlastige zieken geschiedde de
behandeling door de armendokter, aangesteld en bezoldigd
door het stadsbestuur.
Ook was er in die tijd een militair hospitaal op het
kazerneterrein in de Minderbroedersstraat (*), o.a in de
Belgische tijd (1830-1839) gebruikt voor de lijders aan de
epidemische oogziekte, die toen in het garnizoen heerste.
Tijdens die Belgische periode werd een cholera-hospitaal
opgericht, toen in 1831 een cholera-epidemie dreigde. Het
kerkbestuur van de Sint-Martinusparochie stelde daartoe een
gedeelte van het Kruisherenklooster ter beschikking. (**)
*Tussen 1816 en 1913 waren verschillende regimenten van de Huzaren in Huzarenkazerne (Minderbroederskazerne) in de Minderbroedersstraat
de huidige gemeente Venlo gelegerd. Deze huzaren hadden hun
onderkomen aan de noordoostzijde van de binnenstad, onder andere in Huzarenkazerne
de Minderbroederskazerne en het Arsenaal (4e Regiment) en het Fort Sint-
Michiel in Blerick (2e Regiment). Zij zorgden voornamelijk voor de
verdediging van de toenmalige vestingstad.
In 1913 vertrokken de huzaren naar hun nieuwe garnizoensstad Tilburg
** Het Kruisherenklooster lag op de hoek Gasthuisstraat/Begijnengang.
De Kruisheren of Heren van Sinterklaas verbleven van 1399 tot 1797 in
Venlo. Hun klooster en kerk bevonden zich aan de westzijde van de
Begijnengang en de noordkant van de tegenwoordige Klaasstraat. Later
werd het complex behoorlijk uitgebreid, en bestreek het de gehele
westwand van de Begijnengang, van de Gasthuisstraat tot aan de
Klaasstraat.
-18- -19-
behandeld. Voor de armlastige zieken geschiedde de
behandeling door de armendokter, aangesteld en bezoldigd
door het stadsbestuur.
Ook was er in die tijd een militair hospitaal op het
kazerneterrein in de Minderbroedersstraat (*), o.a in de
Belgische tijd (1830-1839) gebruikt voor de lijders aan de
epidemische oogziekte, die toen in het garnizoen heerste.
Tijdens die Belgische periode werd een cholera-hospitaal
opgericht, toen in 1831 een cholera-epidemie dreigde. Het
kerkbestuur van de Sint-Martinusparochie stelde daartoe een
gedeelte van het Kruisherenklooster ter beschikking. (**)
*Tussen 1816 en 1913 waren verschillende regimenten van de Huzaren in Huzarenkazerne (Minderbroederskazerne) in de Minderbroedersstraat
de huidige gemeente Venlo gelegerd. Deze huzaren hadden hun
onderkomen aan de noordoostzijde van de binnenstad, onder andere in Huzarenkazerne
de Minderbroederskazerne en het Arsenaal (4e Regiment) en het Fort Sint-
Michiel in Blerick (2e Regiment). Zij zorgden voornamelijk voor de
verdediging van de toenmalige vestingstad.
In 1913 vertrokken de huzaren naar hun nieuwe garnizoensstad Tilburg
** Het Kruisherenklooster lag op de hoek Gasthuisstraat/Begijnengang.
De Kruisheren of Heren van Sinterklaas verbleven van 1399 tot 1797 in
Venlo. Hun klooster en kerk bevonden zich aan de westzijde van de
Begijnengang en de noordkant van de tegenwoordige Klaasstraat. Later
werd het complex behoorlijk uitgebreid, en bestreek het de gehele
westwand van de Begijnengang, van de Gasthuisstraat tot aan de
Klaasstraat.
-18- -19-