Page 19 - Gashuùzer
P. 19
Zieken werden thuis verpleegd en door de geneesheren


behandeld. Voor de armlastige zieken geschiedde de

behandeling door de armendokter, aangesteld en bezoldigd


door het stadsbestuur.


Ook was er in die tijd een militair hospitaal op het


kazerneterrein in de Minderbroedersstraat (*), o.a in de

Belgische tijd (1830-1839) gebruikt voor de lijders aan de


epidemische oogziekte, die toen in het garnizoen heerste.



Tijdens die Belgische periode werd een cholera-hospitaal

opgericht, toen in 1831 een cholera-epidemie dreigde. Het

kerkbestuur van de Sint-Martinusparochie stelde daartoe een


gedeelte van het Kruisherenklooster ter beschikking. (**)




*Tussen 1816 en 1913 waren verschillende regimenten van de Huzaren in Huzarenkazerne (Minderbroederskazerne) in de Minderbroedersstraat

de huidige gemeente Venlo gelegerd. Deze huzaren hadden hun

onderkomen aan de noordoostzijde van de binnenstad, onder andere in Huzarenkazerne
de Minderbroederskazerne en het Arsenaal (4e Regiment) en het Fort Sint-

Michiel in Blerick (2e Regiment). Zij zorgden voornamelijk voor de

verdediging van de toenmalige vestingstad.
In 1913 vertrokken de huzaren naar hun nieuwe garnizoensstad Tilburg




** Het Kruisherenklooster lag op de hoek Gasthuisstraat/Begijnengang.
De Kruisheren of Heren van Sinterklaas verbleven van 1399 tot 1797 in

Venlo. Hun klooster en kerk bevonden zich aan de westzijde van de

Begijnengang en de noordkant van de tegenwoordige Klaasstraat. Later

werd het complex behoorlijk uitgebreid, en bestreek het de gehele
westwand van de Begijnengang, van de Gasthuisstraat tot aan de

Klaasstraat.




-18- -19-
   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24