Page 8 - Tramlijn Venlo-Tegelen-Steyl
P. 8
Inleiding door: Ruud Merkx
Eind 19e eeuw is het gebruik van paarden nog wijdverbreid
en normaal in het straatbeeld.
Het paard wordt in die tijd nog vaak letterlijk gebruikt om
zijn PK voor ploeg, of rosmolen, op straat als trekkracht voor
menige houten transportkar.
Blerick kent de Paerdskoel, waar de paarden die de schepen
op de Maas langs het jaagpad voorttrekken, kunnen worden
uitgespannen. In elk dorp is minstens één hoefsmid te vinden.
Het paard wordt vanwege zijn verdiensten voor de mens nog
altijd geëerd in de benamingen van zijn ledematen: een paard
heeft een hoofd en benen, en wordt ook ‘edel dier’ genoemd.
De industrialisatie die begon in de 18e eeuw, raakt gaandeweg
de 19e eeuw in een stroomversnelling.
In heel Nederland worden de eerste treinspoortrajecten
aangelegd, waarop stoomlocomotieven de benodigde
trekkracht leveren, en zo ontstaat een netwerk van
verbindingen. Vanuit Venlo kan men rond 1885 vanaf het
Venloos 'Centraal Station’ per spoor richting Eindhoven,
Nijmegen, Maastricht, en de Duitse verbindingen richting
Viersen, Kempen en Hamburg.
1934
-08- -09-