Page 9 - Tramlijn Venlo-Tegelen-Steyl
P. 9

Inleiding  door: Ruud Merkx





 Eind 19e eeuw is het gebruik van paarden nog wijdverbreid


 en normaal in het straatbeeld.

 Het paard wordt in die tijd nog vaak letterlijk gebruikt om


 zijn PK voor ploeg, of rosmolen, op straat als trekkracht voor

 menige houten transportkar.



 Blerick kent de Paerdskoel, waar de paarden die de schepen


 op de Maas langs het jaagpad voorttrekken, kunnen worden

 uitgespannen. In elk dorp is minstens één hoefsmid te vinden.


 Het paard wordt vanwege zijn verdiensten voor de mens nog

 altijd geëerd in de benamingen van zijn ledematen: een paard


 heeft een hoofd en benen, en wordt ook ‘edel dier’ genoemd.



 De industrialisatie die begon in de 18e eeuw, raakt gaandeweg

 de 19e eeuw in een stroomversnelling.

 In heel Nederland worden de eerste treinspoortrajecten


 aangelegd, waarop stoomlocomotieven de benodigde


 trekkracht leveren, en zo ontstaat een netwerk van

 verbindingen. Vanuit Venlo kan men rond 1885 vanaf het

 Venloos 'Centraal Station’ per spoor richting Eindhoven,


 Nijmegen, Maastricht, en de Duitse verbindingen richting

 Viersen, Kempen en Hamburg.







            1934




 -08-                                                                                                                              -09-
   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14