Page 465 - Os erm Venlo
P. 465
Tweede Wereldoorlogervaringen door: W. van der Randen
17
Door: W. van der Randen. duizenden granaten lieten dit over, deze geblakerde puinhoop, dit lijk van
wat eens een bloeiende stad was. Zes maanden zweefde de vale dood
Een eindeloos schijnende rit over stukgeschoten wegen, langs mijnen-
boven Venlo en het is net of zijn sombere schaduw nog steeds dreigend
velden, puinhopen, uitgebrande tanks en veel soldatengraven brengt ons
over de puinhopen zweeft. Dit is geen weerzien in het leven, dit is een
eindelijk aan de rand van de stad. Mijn God, dit is geen weerzien, dit is een
bezoek aan een kerkhof, maar dan een kerkhof zoals zich dat aan ons kan
lijkschouwing. Zoals de familieleden van een verongelukte soms hun dier-
voordoen in een benauwde droom: een griezelige dodenakker met wan-
bare alleen herkennen aan een halsketting, een rozenkrans, zo herken ik
staltige grafstenen in een spookachtige sfeer. Hier, in deze kelder stierven
mijn vaderstad slechts aan de torens van haar stadhuis. Geen kruis blinkt
drie kinderen in de schoot van hun moeder, daar stikten achttien mensen,
meer op de torenspits; onder de gotische gewelven van de kerken, waar
waarvan sommigen nog een afscheidsbrief schreven aan hun geliefden:
eens koorzang heerlijk opbloeide en wierook-wolken opkringelden, ploffen
"Adieu, lieve vrouw, adieu lieve kinderen, adieu Venlo, dierbare vaderstad,
nu nog slechts brokken steen in de diepte en stijgen stofwolken omhoog.
adieu heerlijk zonlicht, wij die sterven gaan, groeten U!"
Dertien bombardementen en het inslaan van ik-weet-niet-hoeveel
-464- -465-